Er is niets leuker dan een babydeken voor jezelf, je kleinkind of als kraamcadeau te maken. De patronen hoeven niet moeilijk te zijn en het formaat van een babydeken is heel anders dan een woondeken of een sprei voor op bed. Dit maakt dat ze in veel kortere tijd af kunnen zijn. 

Hieronder heb ik een aantal makkelijke haakpatronen uitgeschreven met voorbeelden voor een super leuk babydeken. 

Het makkelijkste haakpatroon voor een babydeken

De kleur of kleuren van een deken kan soms het hele deken al maken, zonder dat er een lastig patroon in zit. Een van de makkelijkste patronen is simpelweg allemaal stokjes haken, gewoon rechttoe rechtaan. Het is dan leuk om willekeurig van kleur te wisselen, geen vast aantal toeren met 1 kleur of om een gemêleerde bol te kiezen, dan zit het effect al in de bol zelf. 

De afmeting van een babydeken is afhankelijk waarvoor je het wilt gaan maken. 

Een deken voor een maxi cosi, wandelwagen of voor in de box heeft de kleinste afmeting van ongeveer 50 x 70cm. Je kunt dan kiezen om aan de lange of de smalle kant te starten. 

Een deken voor een wieg is vaak 80 x 100cm, omdat je het aan 2 kant goed wilt instoppen. Voor een ledikant is het 100 x 150cm, deze kan dan meegroeien totdat het kindje uit de ledikant gaat naar een peuter- of eenpersoonsbed. 

In de achterste lus haken

Gebruik als variantie ook een paar toeren waarbij je alleen in de achterste lus haakt, dat is wat ik heb gedaan bij het lila voorbeeld. Er ontstaat een leuke ribbel, daarnaast kun je deze steek met een dikkere haaknaald haken dan wat er staat aangegeven op de bol, waardoor het een luchtiger deken wordt en sneller de juiste afmeting bereikt.  Ook hierbij kun je af en toe een gaatje maken om er een patroon in te krijgen. 

Zigzag patroon haken

De laatste die ik hier ga benoemen is het zigzag patroon. Super leuk patroon, geeft altijd een leuk effect. Het wisselen van kleur geeft hier echt nog wel een extra effect. 

Haakpatroon

Start met een rij losse. Deze rij maak je zo lang als jij het deken wilt hebben. Er zijn ongeveer 24 losse nodig voor 2 keer zigzaggen, wat gelijk staat voor 16 a 18 cm. Dit is uiteraard helemaal afhankelijk van hoe los/strak je haakt en welk garen je gebruikt. Dit is op basis van garen voor pendikte 4,5mm, zoals de Rio 4.

Toer 1

Wanneer je de rij losse hebt gemaakt, haak je nog 3 keerlossen. Haak nu een stokje in de 4e losse vanaf je haaknaald. In de volgende 3 losse haak je steeds 1 stokje. Nu begint het minderen, haak een samengesteld stokje in de volgende 2 losse, dus start een stokje, maar de laatste keer omslaan doe je niet, maak het volgende stokje in de 2e losse en haal de laatste keer omslaan door alle lussen heen. Herhaal dit nog 1 keer. 

Haak vervolgens in de volgende 3 losse elke keer weer 1 stokje. Nu komt het meerdere. Haak nu 2 keer 2 stokjes in 1 losse. Weer 1stokje in de volgende 3 losse en minderen. Herhaal dit patroon tot het einde van je toer. 

De toer terug geldt precies hetzelfde, minderen waar je eerst ook hebt geminderd en meerdere waar je eerst ook hebt gemeerderd. Zie hieronder een voorbeeld van het tekenschema.